Arabisch land in het noorden van Afrika. Grenst in het noorden aan de Middellandse Zee en in het westen aan de Atlantische Oceaan.
In het oosten grenst Marokko aan Algerije.
· De hoofdstad van het land is Rabat met meer dan anderhalf miljoen inwoners.
· Marokko is een constitutionele, democratische en sociale monarchie met erfopvolging in de mannelijke lijn.
· De koning is staatshoofd, geestelijk hoofd en opperbevelhebber van de strijdkrachten.
· De huidige koning is Mohammed VI, die in 1999 zijn vader Hassan II opvolgde.
· De staatsgodsdienst is de soennitische islam. De koning zou een afstammeling zijn van de profeet Mohammed. Zo´n 98 procent van de bevolking behoort tot deze stroming. De overigen zijn met name rooms-katholieke buitenlanders.
· De officiële taal in Marokko is het Arabisch. In spreektaal is het Marokkaans-Arabisch de meest gebruikte variant. Daarnaast spreekt een kleine dertig procent Berbers. De tweede taal van het land is Frans. Dit is tevens de meest gebruikte taal in het diplomatieke verkeer. In het noorden van het land zijn spaanssprekenden te vinden.
· Van de bevolking is 36% Berber, 20% Arabier en 40% gearabiseerd Berber. Verder wonen er Fransen, Spanjaarden en Algerijnen in Marokko.
· Het aantal joden in het land loopt tussen 1969 en 1989 terug van 162.000 tot 30.000.
· In de eeuwen voorafgaand aan het begin van onze jaartelling wordt het huidige Marokko door lokale vorsten geregeerd. De bekendste daarvan is Juba II. Als zijn zoon Ptolameus komt te overlijden wordt het gebied een Romeinse provincie onder de naam Mauretanië.
· Als het Romeinse Rijk ineenstort wordt het gebied bestuurd door Vandalen en Berbers.
· Rond 700 bezetten Arabieren het land en wordt de islam de heersende godsdienst.
· De Berbers blijven echter een belangrijke rol in het land spelen, met name de dynastie der Almoraviden en de Almohaden.
· Marokko verovert tijdens de Middeleeuwen twee keer Spanje.
· In 1269 worden de Almohaden verslagen en overwint het christendom in Spanje.
· Marokko wordt verdeeld in drie dynastieën. De Portugezen veroveren Ceuta in 1415 en de Spanjaarden Melilla in 1496.
· In de negentiende eeuw wordt Marokko onderworpen aan de grillen van de imperialistische Europese mogendheden.
· Op de internationale conferentie van Madrid in 1880 wordt bepaald dat Marokko onafhankelijk blijft.
· In 1904 wordt het land echter verdeeld in drie zones, een internationale zone Tanger, een Franse zone en een Spaanse invloedssfeer.
· Een jaar later breekt de eerste Marokko-crisis uit waarbij Frankrijk en Duitsland met elkaar in conflict komen in Marokko. Frankrijk bezet een deel van het land.
· In 1911 is er sprake van een tweede Marokko-crisis. Duitsland erkent nu Franse zeggenschap over het land.
· In 1912 wordt middels verdragen bepaald dat Spanje Ceuta en Melilla behoudt.
· In 1934 is heel Marokko onder het gezag van de Fransen gebracht. Niet veel later komen in het land nationalisten op.
· In 1943 wordt de Verenigde Onafhankelijkheidspartij opericht. Een jaar later volgt een tweede nationalistische partij, de PDI.
· Een periode van gewapend verzet tegen de bezetters volgt. In 1955 voeren de nationalisten vooral strijd op het platteland, waarbij talloze slachtoffers vallen.
· Ibn Joesoef wordt op 5 november 1955 opnieuw als sultan aangesteld.
· Op 2 maart 1956 wordt de Marokkaanse onafhankelijkheid erkend.
· Op 12 november 1956 wordt het land lid van de Verenigde Naties en op 1 oktober 1958 van de Arabische Liga.
· Sultan Mohammed ibn Joesoef, vanaf 1957 koning, sterft in 1961.
· Zijn zoon Mawlai Hassan volgt hem op en bestijgt als Hassan II de troon.
· In mei 1963 worden de eerste parlementsverkiezingen gehouden, waarbij de koningsgezinden winnen.
· In juni 1965 stelt Hassan de grondwet buiten werking en vormt een nieuwe regering om hervormingen te kunnen doorvoeren in het land.
· Begin jaren zeventig krijgt het regime te maken met twee staatsgrepen. Hassan II weet echter de macht te behouden.
· De afschaffing van voedselsubsidies in 1981, wat leidt tot ongekende prijsstijgingen, hebben massale stakingen tot gevolg. Een bloedbad in Casablanca is het gevolg. Ook in 1984 en 1990 komt het tot hevige voedselrellen.
· In hetzelfde jaar wordt door fundamentalisten geprotesteerd tegen Marokkaanse deelname in de oorlog tegen Irak. Marokkaanse troepen worden echter niet ingezet.
· De eerste joden in Marokko vestigen zich in dit land in bijbelse tijden. Later, als het land Arabisch wordt krijgen joden de dhimmi-status.
· Eeuwenlang leven joden en Arabieren in het land vreedzaam naast elkaar. Dat verandert in de twintigste eeuw, vooral als gevolg van Arabisch nationalisme en de anti-joodse maatregelen van het Franse Vichyregime tijdens de oorlog.
· Na de oprichting van de staat Israël emigreren tussen de 500.000 en 600.000 Marokkaanse joden naar het nieuwe thuisland. Deze emigratie beleeft een piek in 1962-63.
· Ook emigreren vanaf de jaren ’70 veel Marokkanen naar West-Europa. In ons land raken in en na de jaren ’90 Marokkaanse jongeren in opspraak wegens rellen en intimidatie. Vanaf het begin van de 21e eeuw ontstaat onrust over de mate van integratie.
Ei kommentteja:
Lähetä kommentti